Op 31 mei 2022 was er een raadsvoorstel opgesteld en aangenomen, in het kader van het bestuursakkoord ‘Geef Gouda Door! 2022-2026’. Het ging over samenwerking. Deze ‘samenwerking’ betrof de leden van de Goudse gemeenteraad en het college voor de periode 2022-2026.
Ook was er een aantal kernpunten bepaald:
- Alle 35 raadsleden krijgen de ruimte om hun eigen afwegingen te maken tijdens de besluitvorming.
- De termen “oppositie” en “coalitie” worden vermeden; er wordt gesproken over de raad als geheel of raad en college.
- De raad moet beter in positie worden gebracht om zijn kaderstellende en controlerende rol te kunnen uitvoeren, waarbij voorstellen in een vroeg stadium besproken worden.
- Vertrouwen en efficiënt meebesturen worden benadrukt, waarbij raadsleden naar elkaar luisteren om elkaar te begrijpen en niet alleen om te antwoorden.
- Een gedegen lange termijnplanning door de ambtelijke organisatie is essentieel voor het creëren van ruimte voor belangrijke onderwerpen.
- Het coalitieakkoord wordt een akkoord op hoofdlijnen, waarbij de raad een aantal onderwerpen verder kan invullen, mogelijk met wisselende meerderheden.
- Portefeuillehouders (burgemeester en wethouders) ontraden geen moties en amendementen van partijen in de gemeenteraad meer, waardoor raadsleden vrijer in staat zijn hun afwegingen te kunnen maken.
- De raad zoekt naar mogelijkheden om inwoners zo veel mogelijk te betrekken bij de voorbereiding en uitvoering van gemeentelijk beleid.
Samenwerken was, en is, het hoofdthema voor de raadsperiode 2022-2026, waarbij transparantie en openheid de basis zou vormen. De intentie was om terug te grijpen naar de kern van het dualisme, zoals ingevoerd in 2002, waarbij een duidelijke scheiding in rollen tussen het college en de raad van belang zou zijn. De raad stelt de kaders waarbinnen het college het beleid uitvoert. Hoofdstuk 1 bevat afspraken die de intentie tot samenwerking vormgeven en deze afspraken worden halfjaarlijks geëvalueerd met betrokken partijen om naleving daarvan te waarborgen.
De eerste sessie heeft enige tijd geleden plaatsgevonden. Op 10 april jl. is de ‘Werkgroep Hoofdstuk 1’ bijeengekomen in zowel de nieuwe als oude samenstelling. De twee hoofddoelen voor de werkgroep zijn: het verbeteren van de onderlinge verhoudingen en het beter in positie brengen van de gemeenteraad. De terugkoppeling tijdens het Presidium heeft in ieder geval duidelijk gemaakt dat de werkgroep een positieve trend ziet in de onderlinge verhoudingen, vooral bij langer zittende raadsleden. Investeringen in verbindende activiteiten, zoals werkbezoeken en seizoenstart- en afsluitingsbijeenkomsten, worden als waardevol beschouwd en dienen voortgezet te worden. Een ander punt van aandacht vanuit de werkgroep betrof een permanent scholingsprogramma, zoals cursussen gemeentefinanciën, die als positief worden ervaren.
Vooruitkijkend naar de scholing van gemeenteraadsleden werd aanbevolen om successen, zoals het schrijven van moties en amendementen en bestuurlijke weerbaarheid, op te nemen in het scholingsprogramma. Het onderwerp “bestuurlijke weerbaarheid” wordt ook nog wat specifieker in het programma opgenomen vanwege meldingen van gevoelens van onveiligheid bij gemeenteraadsleden tijdens deze gemeenteraadsperiode tot nu toe.
In deze gemeenteraadsperiode 2022-2026 worden dus dit jaar vanuit de werkgroep geen verdere stappen meer ondernomen. In het voorjaar van 2025 zal de werkgroep een overdrachtsdocument voor de nieuwe gemeenteraad opstellen, inclusief het overbodig geachte buddy-systeem voor nieuwe raadsleden.
Ik onderschrijf een aantal zaken die door deze werkgroep zijn uitgesproken en voorgelegd aan de fractievoorzitters van de in de gemeenteraad vertegenwoordigde politieke partijen. Ook al werden er positieve ervaringen van gemeenteraadsleden benoemd, valt er in de verhouding tussen gemeenteraad en college nog een behoorlijke winst te boeken. Dit temeer als het gaat om de positionering van de gemeenteraad, zeker nu voor deze gemeenteraadsperiode in het coalitieakkoord is opgenomen de intentie om terug te grijpen naar de kern van het dualisme. Bijzonder jammer ook dat er, naar het zo lijkt, tijdens deze resterende gemeenteraadsperiode geen tot weinig vervolgstappen zullen worden genomen over de daadwerkelijke uitvoering van Hoofdstuk 1 van het coalitieakkoord. Zolang er geen ruimte geboden wordt voor bestuurlijke vernieuwing en veranderende bestuurscultuur in onze stad, vrees ik dat de zo uitgesproken kernstandpunten van dit coalitieakkoord, in lijn met het voor alle gemeenten wettelijk vastgelegde dualisme voor decentrale overheden, weinig effect zullen sorteren.

Fractievoorzitter
Gemeentebelangen Gouda
Recente reacties